Gorinchem meestal uitgesproken en soms ook geschreven als Gorcum of Gorkum, is een stad en gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Op een oppervlakte van 22,01 km² (waarvan 3,23 km² water) wonen 35.085 mensen (1 februari 2012, bron: CBS). Dalem behoort ook tot de gemeente Gorinchem. In het centrum van Gorinchem ligt de goed bewaarde vestingstad.
Gorinchem ligt aan de rivier de Boven Merwede met aan de overkant Sleewijk en Woudrichem. De gemeente heeft een station aan de westelijke Betuwelijn (Dordrecht -Geldermalsen) .Ten noorden van Gorinchem loopt rijksweg A15 , die gebundeld is met de Betuweroute. Ten westen van de stad loopt rijksweg A27 met als 'flessenhals' de Merwedebrug
Eerste bewoning
Men neemt aan dat Gorinchem is ontstaan doordat vissers en boeren rond het jaar 1000 een nederzetting stichtten op wat hoger gelegen land nabij een monding van de Linge in de Merwede. Gorinchem ("Gorinks Heem", dwz. de woonplaats van de Goringa, de mensen van Goro (persoonsnaam)) wordt het eerst genoemd in een document uit 1224 waarin Floris IV de Gorcumers de tolvrijdom in het gehele graafschap Holland bevestigt.
Vestingstad
Tussen 1247 en 1267 kwam Gorinchem en omgeving in het bezit van de heren Van Arkel. Aan het eind van de 13e eeuw werden rond de nederzetting wallen opgeworpen die versterkt waren met palissaden, dit in een poging zich te beschermen tegen de overheersing van de buurstaten Holland en Gelre. Halverwege de 14e eeuw werden de wallen verder versterkt met stenen muren waar 7 poorten in zaten en 23 torens waardoor een echte stadswal ontstond.
Otto van Arkel verleende Gorinchem op 11 november 1382 stadsrechten. Bij een grote stadsbrand gingen in 1388 vijftienhonderd huizen, bijna de hele stad, in vlammen op Gorinchem werd in 1417 definitief door de graven van Holland ingelijfd. Door de aansluiting bij Holland bloeide de handel op en Gorinchem groeide uit tot de achtste stad van Holland.
Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog werd Gorinchem uit Spaanse handen bevrijd op 26 juni 1572 toen het werd ingenomen door de Watergeuzen en Willem van Oranje. In diezelfde periode ging de hervorming Gorinchem niet zonder slag of stoot voorbij. In 1566 werd de eerste protestantse kerkdienst gehouden. Zes jaar later, op 9 juli 1572, namen de calvinistische Watergeuzen 19 rooms-katholieke priesters en broeders gevangen en voerden hen weg naar Den Briel (Brielle) waar zij in een turfschuur buiten de stadskern werden opgehangen. Deze geestelijken werden bekend als de martelaren van Gorcum. In het Gorcums Museum hangt een schilderij ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis.
Aan het eind van de 16e eeuw waren de stadsmuren zo verzwakt dat zij werden vervangen door een nieuwe vestingwal met elf bastions. De nieuwe wal werd in 1609 afgerond en lag een stuk verder uit het centrum waardoor de stad tweemaal zo groot werd. Deze wal is nog bijna volledig intact. De vestingwal had vier stadspoorten: ten noorden de Arkelpoort, ten oosten de Dalempoort, ten zuiden de Waterpoort (waar men met de pont naar Woudrichem kan) en ten westen de Kanselpoort. Van de vier stadspoorten is alleen de Dalempoort nog over. De andere drie zijn in de 19e eeuw afgebroken om het toegenomen verkeer doorgang te verlenen. Een gedeelte van de Waterpoort bleef bewaard en is opgebouwd in de tuin van het Rijksmuseum Amsterdam. In 1673 werd Gorinchem opgenomen in de (oude) Hollandse Waterlinie.
Na een bloeiperiode in de Gouden Eeuw kwam in de 18e eeuw de teruggang. Aan het eind van de Franse overheersing werd de stad ook nog zwaar beschadigd door beschietingen toen de terugtrekkende Franse troepen zich in de vesting verschansten en de stad zich pas overgaf na drie maanden belegering. In de 19e eeuw krabbelde Gorinchem weer uit het dal door de opkomst van de industrie. De ontwikkeling van de stoommachine gaf de scheepvaart en het treinverkeer een impuls. De bereikbaarheid van de stad werd verbeterd door de aanleg van kanalen en een spoorweg. De rol van de vestingwerken was begin 20e eeuw uitgespeeld.
Gorinchem is lid van de Nederlandse Vereniging van Vestingsteden.
De 20e eeuw
De eerste stadsuitbreidingen sinds de 17e eeuw vonden begin 20e eeuw plaats. Het aantal inwoners was door de bloei in de 19e eeuw weer toegenomen. De binnenstad raakte hierdoor zo vol dat er buiten de wallen woningen moesten worden gebouwd. De eerste nieuwe wijken waren de Lingewijk en West.
Van 1939 tot 1971 werd Gorinchem bestuurlijk geleid door de autoritaire en zeer conservatieve burgemeester ridder van Rappard. Zijn omstreden uitspraken in de jaren '60 over alles wat links en langharig was maakte dat het stadje soms het mikpunt was van spot en hoon door de linkse media. Beatgroepen waren er niet echt welkom en een optreden van The Outsiders eindigde voortijdig door hardhandig optreden van de politie.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de stad uitgebreid in noordwestelijke richting. In de jaren zeventig werd de stad in oostelijke richting uitgebreid met de wijk Wijdschild en in de jaren tachtig met het stadsdeel Laag Dalem. In 1986 werd Dalem als gevolg van gemeentelijke herindeling aan Gorinchem toegevoegd. Inmiddels wordt er in de oostelijke richting verder gebouwd. Op de Dalemse Donken en langs de Componistenstraat worden 225 luxe huizen gebouwd. Verder zijn er circa 1400 woningen gepland ten oosten van de Spijksedijk, tussen de Evenementenhal van Van der Most Beheer en Dalem, welke tussen 2009 en 2016 zullen worden opgeleverd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten